Toespraak Happe 2019

Toespraak Katja Happe, 11 november 2019

Dames en heren, jongens en meisjes,

Op 11 november 1942 zijn 367 medewerkers van Hollandia Kattenburg met hun familieleden weggevoerd, gedeporteerd naar Duitse concentratiekampen en daar vermoord. In het geheel 826 personen, van wie alleen 8 mannen na de oorlog terug naar Nederland kwamen.

Ik zal mijn herdenkingstoespraak in twee delen splitsen. In het eerste deel wil ik de razzia op de medewerkers van Hollandia Kattenburg plaatsen in het kader van de bezettingstijd in Nederland. In het tweede deel zal ik deze gebeurtenis met het nu verbinden.

Deel 1
De Duitsers bezetten Nederland vanaf 10 mei 1940. Een van hun doelen, dat over de jaren werd besloten, was het uitroeien en vermoorden van de Joodse bevolking in Europa. Tot medio 1942 werden in Nederland een reeks anti-Joodse maatregelen ingevoerd. Joden mochten niet meer reizen, niet in hotels slapen, geen openbare parken of zwembaden meer bezoeken, ze werden van de maatschappij uitgesloten. Vanaf mei 1942 werden de Joden door het verplichte dragen van een gele ster gestigmatiseerd. Op 15 juli 1942 reed de eerste trein vanaf het doorgangskamp Westerbork naar concentratiekamp Auschwitz.

In Nederland kregen vele Joden het bevel zich voor de “arbeidsinzet” te melden. De meesten wisten toen nog niet, dat “arbeidsinzet” deportatie en vermoorden betekende.

De Joodse medewerkers van Hollandia Kattenburg waren vrijgesteld van de “arbeidsinzet”, omdat ze in een “kriegswichtig” bedrijf werkten. Hollandia Kattenburg produceerde namelijk waterdichte regenkleding voor de Duitse soldaten en was daarom belangrijk voor de Duitse oorlog. De medewerkers voelden zich vanwege deze vrijstelling veilig op hun werk en verwachtten dus ook niet de razzia op de fabriek in november 1942. Het was een schok voor hen en voor hun gezinnen en families, die op dezelfde dag nog thuis werden opgehaald en gedeporteerd. Een transport van 826 mannen, vrouwen en kinderen!

Deel 2
Die onverwachte razzia gebeurde op 11 november 1942. Vandaag 77 jaren geleden.
Maar waarom heb ik dat verteld?
Wat herdenken wij vandaag?
Waarom is het belangrijk om nog steeds het verleden te herinneren?

Alleen als je het verleden kent, kun je nu je eigen houding bepalen, een eigen mening ontwikkelen en je eigen standpunt innemen en uiten.

Bij de voorbereiding van deze toespraak heb ik mij afgevraagd hoe de mensen van Hollandia Kattenburg toen worden behandeld. Zonder enig respect, lijkt mij. Ze werden uitgestoten uit de maatschappij, omdat ze Joods waren. De Duitse bezetters hadden toen besloten, dat Joden “anders” waren en dat deze “anderen” niet in de samenleving en de maatschappij behoorden.

En hoe is het vandaag?
Wat ga je doen als iemand beslist, dat mensen met bv blauwe ogen of met krullen als “anders” worden beschouwd en daarom niet meer in de samenleving behoren?
Wil je dat? Vraag het jezelf af! Misschien heb je zelf een vriend of vriendin met blauwe ogen of krullen.
Wat ga je dan doen?
Zal je het uitsluiten van de maatschappij van deze mensen goedvinden en tolereren? Of zal je je mening uiten?

Ik hoop, dat jullie (ook in herinnering aan de Joodse medewerkers van Hollandia Kattenburg) erover nadenken, dat ieder mens respect verdient en dat jullie deze mening ook tegenover anderen, die mensen zonder respect behandelen, gaan uiten.