Toespraak Hans Blom, 10 november 2023
Beste toehoorders: nabestaanden, belangstellenden en: wat goed dat jullie er ook zijn leerlingen van de IJpleinschool.
Wij weten allemaal precies waarom wij hier nu zijn. Op 11 november 1942 omstreeks vier uur in de middag nam de bezetter bij een razzia 367 Joodse werknemers van de fabriek van Hollandia-Kattenburg gevangen. Met hun familieleden (826 personen in totaal) werden zij via Westerbork gedeporteerd naar het Oosten. Slechts 8 van hen overleefden. En wij weten ook heel goed dat deze actie deel uit maakte van een veel grotere onderneming: de moord op miljoenen Joden, alleen omdat zij Joden waren. En terugkijkend zijn wij ons er ook sterk van bewust dat juist die vervolging van de Joden het meest aangrijpende en wezenlijke was uit die periode van de Tweede Wereldoorlog en nationaalsocialistische bezetting. Daarom is het ook zo goed dat wij die gebeurtenissen herdenken en zullen blijven herdenken. Om elk van die slachtoffers als individu in herinnering te houden en om waakzaam te blijven op de centrale waarden in onze samenleving.
Maar wat nu zo duidelijk is, was dat toen juist helemaal niet. Integendeel, het was boven alles onzekerheid wat de klok sloeg in. Natuurlijk er was dreiging en die dreiging betrof vooral de Joden. Maar niemand had een duidelijk idee van wat er te wachten stond. Meer in het algemeen heerste in het begin van de bezettingstijd zelfs een zeker gevoel van opluchting. Het leek wel mee te vallen. Sterker sommigen, ook Joden, hadden het gevoel dat zij eigenlijk wel veilig waren. Siegfried Parsser bijvoorbeeld, één van de zeer weinigen die overleefde, vertelde later dat hij zich veilig voelde met zijn baan in een fabriek waarin voor de Duitse Wehrmacht werd geproduceerd. Opnieuw achteraf gezien maakte die onzekerheid het de Jodenvervolgers relatief makkelijk hun doel te bereiken. Zij hadden wél doelgerichte ideeën wat zij wilden: zoveel mogelijk Joden vernietigen. Daarover dringt zich de vraag op: ‘Hoe was dat mogelijk!!1???’. Met uitroeptekens die de afschuw uitdrukken. En met vraagtekens, die vragen naar een verklaring en dus proberen te begrijpen.
Als historisch onderzoeker houdt mij dat bezig. Als je iets van het verleden wil begrijpen, moet je goed bedenken hoezeer mensen altijd in onzekerheid leven over hoe het verder zal gaan, hoeveel zaken er tegelijk spelen, hoe allerlei omstandigheden bewust en onbewust mee bepalen wat mensen doen en wat ze niet doen. Kortom hoe ingewikkeld de wereld er voor de tijdgenoten altijd uit ziet. In feite is iedereen voortdurend (individueel of in groepsverband) zoekend en tastend beslissingen aan het nemen; aan het kiezen wat te doen en wat niet te doen, zonder een duidelijk idee te hebben hoe dat zal uitpakken. Soms lukt wat je wil, soms juist helemaal niet en lopen de zaken totaal anders dan je had gehoopt of verwacht. Maar eenmaal gemaakt, kunnen die keuzen niet meer teruggedraaid. Kort gezegd: het verleden was niet onvermijdelijk, maar wel onomkeerbaar. Voor de historicus, die wel weet hoe het verder is gegaan, is het dan ook de aller moeilijkste opgave om nu juist die onzekerheid voor de mensen van toen terug te halen en na te voelen. Pas dan begrijp je er iets van.
Helaas is het niet mogelijk om uit het verleden lessen te trekken over hoe precies in het heden te handelen om zulke catastrofes te voorkomen; ook niet als je denkt dat verleden te kunnen verklaren. Het verleden herhaalt zich immers nooit precies. Juist omdat er toen zoveel zo anders was dan nu. Juist omdat wij in het heden opnieuw zo in het duister tasten over wat er eigenlijk allemaal aan de hand is, is er geen eenvoudige of zelfs ingewikkelde richtlijn uit de gebeurtenissen in het verleden af te leiden. De gruwelijke gebeurtenissen, ook nu weer op allerlei plekken in de wereld, maken dat maar al te duidelijk! Wie weet zeker hoe het op te lossen?
Dat klinkt heel somber en het lijkt herdenken soms zinloos te maken. Maar dat is toch niet waar. Want wij kunnen door bestudering van het verleden wel een beter inzicht in (begrip voor) het heden krijgen en dat kan ons wel helpen bij het maken van keuzen. Al zijn er geen garanties op succes, inzicht in verleden en heden helpt bij het nemen van weloverwogen beslissingen. Geen precieze gedetailleerde richtlijnen dus, maar wel een aantal meer algemene inzichten, die hopelijk onze beslissingen beter maken dan zonder die inzichten. Zo optimistisch wil ik wel zijn. Je kan het ook zo zeggen: het verleden leert ons geen lessen maar geeft ons wel te denken. Of zoals een collega eens zei: ‘je kunt er wel wijs van worden’.
Hérdenken, zoals wij vandaag doen, draagt bij aan dat nádenken. Over het verleden maar ook over het heden. Dat leidt niet onweerlegbaar tot één conclusie. Beslissingen zijn altijd ook persoonlijke keuzen. Mijn persoonlijke, dus niet volledig wetenschappelijk gefundeerde, overtuiging is, dat daarbij vooral twee samenhangende inzichten van belang zijn. Ten eerste dat er bepaalde waarden zijn, die als normen in onze samenleving dienen te fungeren, hoe moeilijk die soms in de concrete situaties zijn te herkennen. Maar al te vaak wordt het punt, waar essentiële waarden – misschien heel kort te omschrijven als mensenrechten – worden geschonden, pas achteraf onderkend. Ten tweede is het evenzeer van belang in te zien hoe – naast in normverlies – grote gevaren schuilen in de altijd voor velen zo aantrekkelijke opvattingen van diegenen, die zeggen de oplossing te hebben gevonden, die aan alle problemen een einde zal maken, die ons een volmaakte en zuivere wereld zal brengen en daarom ten koste van alles moet worden doorgezet. Juist in de combinatie van dat ‘ten koste van alles’ – wat tot grootschalige geweldspleging kan leiden – met dat verlangen naar zuiverheid en een ideale wereld, ligt het gevaar van normverlies op grote schaal en menselijke catastrofes besloten. Het is een zeer moeilijke combinatie: een sterk normbesef én tegelijk relativering van elke vorm van ideologische verabsolutering. Moge herdenken – ook ons herdenken vandaag – eraan bijdragen dat toch te bereiken.